Uitkomsten metingen cavernes onder Twence vuilstort


Twee oude zoutcavernes van Nobian zijn gelegen onder de vuilstort van afvalverwerkingsbedrijf Twence in Hengelo. De oorspronkelijke boringen naar deze zoutcavernes uit de jaren ’50 zijn in het verleden afgesloten, ofwel geabandonneerd (eind jaren ‘70). 

Uitkomsten metingen

Op 8 februari 2022 is boring TWR-62A afgerond, waarna een sonarmeting is uitgevoerd aan caverne 60. Hiermee is deze caverne weer toegankelijk gemaakt en valt deze nu onder het normale regime van monitoring en het inherent veilig maken door middel van (gedeeltelijke) opvulling met slurry. Dit is volgens het met SodM overeengekomen programma in het kader van het inherent veilig maken van potentieel instabiele cavernes in het oude deel van het zoutwingebied in Twente.

Met het boren van TWR-87A is caverne 86 niet meer als zodanig aangetroffen. Nobian hield rekening met deze mogelijkheid tijdens het boren, aangezien ook caverne 86 behoorde tot de categorie ‘potentieel instabiele cavernes’.

Toegankelijk maken cavernes

Nobian heeft in september 2020 een project executieplan ingediend bij de toezichthouder SodM om de twee cavernes onder Twence weer toegankelijk te maken, omdat deze geclassificeerd zijn als potentieel instabiel. Door ze toegankelijk te maken kan 5-jaarlijks een sonarmeting worden uitgevoerd. Indien noodzakelijk zullen de cavernes worden gestabiliseerd. 

Het project executieplan omvatte de voorbereiding en uitvoering van twee nieuwe boringen: 

  • Nieuwe boring TWR-62A is uitgevoerd om toegang te verschaffen tot caverne 60.
  • Nieuwe boring TWR-87A is uitgevoerd om toegang te verschaffen tot caverne 86.

Geen migratie van de caverne of zinkgat

Op basis van de op dit moment beschikbare data, en analyses daarvan door externe experts, is de voorlopige conclusie dat caverne 86 reeds is gemigreerd en op natuurlijke wijze is gestabiliseerd. Dat wil zeggen dat de caverne zich heeft gevuld met bovenliggend gesteente. Er zijn daarbij de afgelopen zes jaar geen signalen van migratie opgevangen via het microseismisch meetnet, dat sinds 2016 operationeel is. Dit betekent dat er geen migratie gaande is en dat het aannemelijk is dat er geen effecten zullen optreden aan het oppervlakte. 

Nobian zal nog een aantal extra metingen uitvoeren om de bevindingen extra te verifiëren en te bevestigen. Naar verwachting kan dit in april definitief worden bevestigd. 

Op basis van de metingen is er geen reden om aan te nemen dat er een zinkgat zou kunnen ontstaan boven caverne 86. Nobian beschouwt dit dan ook als een buitengewoon onwaarschijnlijk scenario.

Coördinatie met Twence en toezichthouders SodM en Omgevingsdienst Twente

Nobian stemt de uitvoering van het project executieplan nauw af met Twence. SodM en Omgevingsdienst Twente worden geïnformeerd over de voortgang. Nobian heeft de voorlopige conclusies gedeeld en zal Twence betrekken bij, en informeren over, eventuele volgende stappen op basis van de definitieve conclusies en verificaties. 

Monitoring

De cavernes zullen blijvend worden gemonitord door het microseismisch meetnetwerk. Op termijn zal caverne 60 worden gevuld vullen met slurry, waardoor de caverne inherent veilig wordt gemaakt. De volgorde van het inherent veilig maken van de gehele serie ‘potentieel instabiele cavernes’ is door Nobian met SodM overeengekomen en wordt conform afspraak uitgevoerd, gecontroleerd door SodM. Bij caverne 86 is opvullen dus niet nodig, omdat deze op natuurlijke wijze reeds is gestabiliseerd.