De zoutwinning door Nobian moet altijd veilig en verantwoord kunnen plaatsvinden. Dat staat voorop. Een belangrijk onderdeel hierin is het veilig kunnen afsluiten van cavernes die niet meer in productie zijn. Hierbij heeft "hard afsluiten" maatschappelijk de voorkeur. De caverne vraagt dan vanaf dertig jaar na afsluiting geen nazorg meer. Daarnaast leidt deze vorm van afsluiten tot een beperktere bodemdaling.  

Sinds 2021 voert het Cavern Closure Consortium (CCC) wetenschappelijk onderzoek uit naar de effecten van het hard afsluiten van grote zoutcavernes in Groningen. Dit onderzoek is belangrijk om de beste afsluitmethoden voor bestaande en uitgeproduceerde cavernes bij Zuidwending en Heiligerlee te kunnen bepalen.

Het CCC is een onafhankelijke groep van toonaangevende internationale experts op het gebied van zoutwinning, (op microschaal) zoutkristallen, de schaal van cavernes en complete zoutstructuren. De onderzoeken bevatten de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Het CCC voerde eerder al onderzoek uit naar het afsluiten van cavernes in opdracht van de Nederlandse overheid (ref. KEM17) 

Voor de CCC-studies zijn locatiespecifieke gegevens gebruikt, zoals zoutmonsters uit (evaluatie-) boringen en gegevens over de bodemsamenstelling van de betreffende locaties. Met behulp van nieuwe experimenten zijn deze monsters en gegevens onderzocht en vergeleken met bestaande kennis en informatie.  

Er is onder andere gekeken naar:  

• Het gedrag van zout onder verschillende drukken;
• Het risico op scheurvorming;
• Het binnendringen van pekel in zout onder druk;
• Veiligheid afsluiten van cavernes in Groningen. 
  

In combinatie met zeer sterke rekenmodellen en de laatste wetenschappelijke inzichten, levert dit een geïntegreerd model op. Dit model is in de zoutwinning wereldwijd nog niet eerder op deze wijze gebruikt.  

Uniek aan de CCC-onderzoeken is dat de effecten van het afsluiten van een caverne zijn bestudeerd voor een zeer lange termijn. Het gaat om een periode van 225 jaar tot aan 2250, zo'n tien generaties. Nederland is het eerste land in de wereld dat op deze manier naar de effecten van zoutwinning kijkt.

Belangrijkste inzichten uit onderzoek Cavern Closure Consortium

De belangrijkste inzichten uit het onderzoek zijn:

• Het CCC-onderzoek toont aan dat de cavernes veilig hard kunnen worden afgesloten;
• Er is minder bodemdaling bij hard afsluiten;
• Mogelijkheid van zinkgat gedurende gehele levenscyclus uitgesloten;
• Verlenging winning tot 2035 heeft geen invloed op stabiliteit en veiligheid bij afsluiten;
• Kans op grote scheurvorming verwaarloosbaar.

De CCC-onderzoeken zijn gedeeld met onder meer Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), TNO, De Mijnraad en het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG). Uit de onderzoeken blijkt dat alle bestaande cavernes in Groningen veilig hard afgesloten kunnen worden. Ook bevestigen de meerjarige en gedetailleerde onderzoeken dat voortzetting van de bestaande winning tot 2035 geen extra risico oplevert voor de veiligheid.

Elke caverne heeft een eigen specifieke afsluitplan nodig. Deze zal onder toezicht van SodM per caverne worden bepaald. Daarnaast zal de beste afsluitmethode van de cavernes in Heiligerlee en Zuidwending worden getoetst met testen in de praktijk. 

Uit de onderzoeksresultaten van het CCC blijkt dat een gecontroleerde en gefaseerde afsluiting van de cavernes de meest effectieve methode is om de stabiliteit voor de zeer lange termijn te waarborgen. Ook blijft zo de kans op mogelijke milieu-effecten minimaal.  

De bevindingen sluiten aan bij de werkwijze van Nobian waarin de levenscyclus van een caverne centraal staat. Daarbij houden we in iedere fase rekening met de eindsituatie voordat we verdere productie eventueel voortzetten. 

Inzien CCC-onderzoek

Nobian hecht aan een transparantie informatievoorziening. Om die reden heeft Nobian het CCC gevraagd de onderzoeksrapporten in zijn geheel beschikbaar te maken.

Het CCC heeft tijdens het onderzoek zeer geavanceerde computermodellen gebruikt. Als vervolgstap is het belangrijk de uitkomsten extra te controleren in de praktijk door middel van veldtesten bij één of meerdere cavernes. Daarnaast zullen volgende boringen bij voorgenomen nieuwe projecten helpen om de geologische structuur nog beter in kaart te brengen. Deze informatie zal de modelberekeningen aanvullen en verfijnen, net als de informatie uit de veldtesten zal doen.