Nobian wint zout uit stevige gesteentelagen diep in de ondergrond. Tijdens de zoutwinning ontstaat een holte in de ondergrond die volledig gevuld is met pekel (zout water). Zo’n holte heet een caverne. De kracht vanuit het omringende gesteente zorgt ervoor dat deze caverne over een heel lange periode (eeuwen) langzaam in elkaar gedrukt wordt. Dit natuurlijke proces, bekend als ‘kruip’, treedt op tijdens zowel de actieve zoutwinning als in de periode daarna. De periode na de winning noemen we de nazorgfase.
De bodemdaling in de zoutwingebieden strekt zich uit over een zeer groot gebied, de zogeheten bodemdalingskom. Deze kom heeft een doorsnee van een aantal kilometer. Als gevolg daarvan blijft de scheefstand zeer beperkt zodat dit niet leidt tot schade aan huizen of gebouwen.
Bodemdaling door zoutwinning in de diepe ondergrond kan wel tot aanpassingen in het waterbeheer leiden, zoals de bouw van stuwen of dammetjes. Daarvoor maakt Nobian afspraken met het verantwoordelijke waterschap.