De bodemdaling meten we jaarlijks met behulp van gegevens uit satellietmetingen (INSAR). Daarnaast laten we in alle zoutwingebieden elke vijf jaar via een waterpassing de bodemdaling uitgebreid controleren door een landmeetkundig bedrijf. Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en onderzoeksbureau TNO beoordelen de resultaten van de metingen. Bovendien zijn de resultaten ook terug te vinden op NLOG.
Waar nodig, bespreken we de gevolgen van bodemdaling op het landschap met het verantwoordelijke waterschap. Op basis daarvan maken we afspraken met het waterschap om het grondwaterniveau op een goed peil te houden. Het op peil houden van het grondwaterniveau voorkomt dat een landschap te nat of te droog wordt. Waar nodig worden kleine stuwen en/of gemalen geplaatst. Deze afspraken met het waterschap maken we zowel voor de start van de winning, of voordat de winning in een gebied verlengd wordt.
De mate van bodemdaling neemt af nadat de winning uit een caverne is gestopt. Hoeveel de bodemdaling is, verschilt per caverne. Daarnaast hangt dit in elk zoutwingebied af van waaruit de ondergrond bestaat. Ook is de manier waarop een caverne definitief wordt afgesloten, hierop van invloed.
Nobian heeft voor de zoutwingebieden in de provincie Groningen uitgebreid laten onderzoeken op welke manier de cavernes definitief afgesloten kunnen worden. Uitgangspunt hierbij is dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor de omgeving. Dit kan bijvoorbeeld door een caverne voor een deel op te vullen. Van belang is dat de gekozen afsluitmethode ervoor zorgt dat een caverne ook na meer dan 100 jaar stabiel blijft en dat de bodemdaling zoveel mogelijk wordt beperkt. Een groep van experts, verenigd in het Cavern Closure Consortium (CCC), heeft dit onderzoek uitgevoerd. De resultaten liggen nu bij het SodM en TNO om te beoordelen.
Voor elk nieuw gebied waar Nobian het voornemen heeft om zout te winnen, wordt vooraf een inschatting gemaakt van de bodemdaling en de mogelijke gevolgen daarvan op de leefomgeving. Dit geldt ook in het geval we een nieuwe vergunning moeten aanvragen om de zoutwinning in een bestaand zoutwingebied te verlengen.
Daarnaast wordt per winningslocatie aangegeven hoe de gevolgen van zoutwinning, zoals bodemdaling, samengaan met andere activiteiten in het gebied. Deze informatie komt terug in de vergunningsaanvraag voor een nieuw te ontwikkelen zoutwingebied. Dit gebeurt samen met de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van de zoutwinning zo klein mogelijk te houden. Zoutwinning kan pas plaatsvinden als het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG), mede gebaseerd op het advies van SodM, een vergunning verleent voor de voorgenomen zoutwinning en voorgestelde maatregelen.
SodM is toezichthouder op de zoutwinning, nu en in de toekomst. Dit doet SodM op verschillende manieren, zoals:
Nobian blijft werken aan het verbeteren van de veiligheid en duurzaamheid van onze zoutwinningsactiviteiten. Dit is een proces dat nooit af is. Nieuwe resultaten passen we direct toe.
De manier waarop we de bodemdaling in een gebied in de gaten houden, is daar een goed voorbeeld van. We volgen daarvoor de procedure zoals hiernaast weergegeven.